How to peel an avocado
Het hoogveengebied strekte zich ongeveer uit van Weert in how to peel an avocado zuiden tot Grave in het noorden. Het hoogveen is ontstaan op de tamelijk vlakke waterscheiding van een zanderige vlakte.
Het veen bevond zich voornamelijk op de Peelhorst. Door deze stagnatie van regenwater kwam afgestorven plantaardig materiaal onder water terecht. In dit zuurstofarme milieu was er sprake van onvolledige biologische afbraak, waardoor zich veen kon vormen. Vanaf de vroege middeleeuwen staken de bewoners van de omliggende gebieden voor eigen gebruik turf uit het veen, zogenaamde vervening. Turf bleef eeuwenlang dé brandstof in deze streek. De naam van de streek is vanaf 1100 schriftelijk gedocumenteerd als Pedelo, Pedel, Pedele, en Pedelant. De Hoge Venen in de Belgische Ardennen heetten bijvoorbeeld ‘Alto Palus’.
Over dit afgelegen en ontoegankelijke veengebied ontstonden tal van sagen. Het moeras had de reputatie voor onbekenden levensgevaarlijk te zijn. Een van de oorzaken daarvan was het dichte en ingewikkelde netwerk van Peelbanen aan vooral de Limburgse kant van de grens. Die dienden voor de afvoer van turf en mochten niet verward worden met de schaarse doorgaande routes. Eeuwenlang werd er in de Peel op bescheiden schaal turf gewonnen door de aanwonende boeren, deels voor eigen gebruik als brandstof, en deels voor de verkoop op de lokale markten.
Er bestonden gedetailleerde reglementen om de turfstekerij ordelijk te doen verlopen. Eén document dateert reeds uit 1676. Aangezien turf van belang was als brandstof voor de steenfabrieken, waren het baksteenfabrikanten die als eerste brood zagen in grootschalige vervening, waarbij het transport van de turf een probleem vormde, waartoe grootschalige ingrepen noodzakelijk zouden zijn, in de vorm van de aanleg van kanalen. Carp had in de jaren 40 van de 19e eeuw belangstelling. De grootschalige vervening begon in 1853 door de aankoop van 600 hectare in de Heitrakse Peel door Jan van de Griendt en zijn broer Nicolaas. In 1882 werd de Maatschappij Griendtsveen opgericht, die zich toelegde op de productie van turfstrooisel en daartoe in 1885 een fabriek opstartte.
Ondertussen ging het geleidelijk aan slechter met de vervening. Omstreeks 1912 was de grauwveenvoorraad uitgeput en sloten de turfstrooiselfabrieken. Na een opleving tijdens de Eerste Wereldoorlog zakte in 1919 de vraag naar brandstofturf in door de opkomst van steenkool. Alvorens grootschalig te vervenen werd soms eerst nog boekweit geteeld, waartoe de bovenlaag werd afgebrand. Na enkele jaren was de bodem uitgeput en vond vervening plaats. De uitgeveende gebieden werden voor landbouwdoeleinden ontgonnen. Daartoe brachten de schepen die de turf vervoerden stadsmest mee terug.